Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van een elektronische patroonmachine

Voordat u deelektronische patroonmachine, reinig de computernaaimachine. Reinig het stof dat zich tijdens het transport heeft opgehoopt. Zorg ervoor dat de ingestelde spanning correct is en dat de stekker correct in het stopcontact zit. Als de voedingsspecificaties afwijken, druk dan niet op de rode aan/uit-schakelaar om de computernaaimachine te starten, zodat deze kan werken. Om te voorkomen dat de computerkast opbrandt en dat er kosten worden gerapporteerd.

Let op de volgende punten wanneer deelektronische patroonmachineis aan het rennen:

1. Om persoonlijke ongelukken te voorkomen, dient u uw vingers niet in de buurt van de naald te houden wanneer de stroom is ingeschakeld en de computerauto draait.

2. Om persoonlijke ongelukken met de machine te voorkomen, mag u geen vingers, haar en kleding in de buurt van de poelie, de V-riem en de motor plaatsen en geen dingen op de machine plaatsen tijdens de werking van de elektronische patroonmachine.

3. Om persoonlijke ongelukken te voorkomen, dient u uw vingers niet in de buitenste afdekking van de draadophaalhendel te steken tijdens de werking van de elektronische patroonmachine.

4. Om persoonlijke ongelukken te voorkomen, mag u het apparaat niet bedienenelektronische patroonmachinewaarbij veiligheidsvoorzieningen zoals riembeschermers en vingerbeschermers zijn verwijderd.

5. Om ongelukken veroorzaakt door een plotselinge start te voorkomen, schakelt u de stroom uit wanneer u de naaimachine lager zet of wanneer u de riemafdekking en de V-riem verwijdert.

6. Om persoonlijke ongelukken te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat uw handen niet bekneld raken wanneer u de naaimachine neerlegt of terugkeert naar de oorspronkelijke positie.

7. Veeg het oppervlak van de machinekop niet af met verfverdunner.

8. Tijdens de werking van de elektronische patroonmachine draait de roterende haak met hoge snelheid. Om te voorkomen dat u uw handen bezeert, mag u uw handen tijdens het gebruik nooit in de buurt van de roterende haak houden.

9. Voer nooit deelektronische patroonmachinewanneer er geen naaldautoolie in de olietank zit.